OTTORINO RESPIGHI – COMPLETE SONGS FOR VOICE AND PIANO, VOL. I
Leonardo de Lisi, tenor
Reinild Mees, piano
Channel Classics CCS 9396
GRAMOPHONE
“(…)Excellent contribution from Reinild Mees, who succeeds to make clear a pro-Debussy characteristic of the accompaniment without being too intrusive. If you want to notice the beautiful understanding between the two interpreters and their sound charms, you just need to listen to Notturno, with the piano divided between the glimmers of the high notes and the moving counterpart of the medium voices (…) Both musicians are excellently recorded.”
LUISTER
“(…) A highly convincing interpretation of these beautiful Respighi Songs by the very musical Italian tenor Leonardo de Lisi and the equally accomplished Dutch pianist Reinild Mees (…)”
CD CLASSICA
“(…) Accompanied by a magnificent professional, Dutch pianist Reinild Mees, De Lisi is able to bring out the real style of these songs. (….)”
Interpretation: excellent
Recording : excellent
NRC
“(…) One can dream away on the strongly romantic moods of Ottorino Respighi’s songs. The rich, lyric voice of Leonardo de Lisi, combined with the excellent playing of pianist Reinild Mees, makes the ideal couple for interpreting this beautiful repertoire. (…)”
AMERICAN RECORD GUIDE
“(…) a warm and dedicated performance.”
DIAPASON
“(…) De Lisi’s warm voice, the perfect style and his musicality make this first collection a particularly important document, and let us hope for a great success of this project, for the very first time on CD.”
“(…) Reinild Mees is obviously as fond as de Lisi is. (…)”
MUSICA
“Ottime il centributo della pianista Reinild Mees, che riesce a far emergere senza invadenze l’impostazione a tratti filodebussyana dell’accompagnamento. per accorgersi dell’intesa fra gli esecutori e del fascine sonoro che riescene a dispiegare setà sufficiente ascoltare Notturno, con il pianoforte diviso fra le indescenze del registro aculo e la commozione di un controcanto al registro medio, o la raccolta Deità Silvane, con l’instrecciarsi delle volute floreali canore ai disegni lussureggianti dello strumento.”
RÉPERTOIRE
“(…) Accompagnement sensible de Reinild Mees. Un bon disque.”
OTTORINO RESPIGHI – COMPLETE SONGS FOR VOICE AND PIANO, VOL. 2
Andrea Catzel, soprano
Leonardo de Lisi, tenor
Reinild Mees, piano
Channel Classics CCS 11998
NRC
“(…) Reinild Mees perfectly follows the singing lines, while bringing many colours, light and dark, into the music, and ‘singing’ on her piano (…)”
LUISTER
“(…) Special attention is drawn to Reinild Mees who weaves her piano part into the voiceline in the most exquisite, delicate way.”
FANFARE
“(…) This CD is a must for all devoted Respighi admirers.”
AMERICAN RECORD GUIDE
“(…) So even if you think you know Respighi, get the Channel issue and be preprared for some surprises.”
OTTORINO RESPIGHI – COMPLETE SONGS FOR VOICE AND PIANO, VOL. 3
Leonardo de Lisi, tenor
Elisabetta Scano, soprano
Andrea Catzel, soprano
Reinild Mees, piano
Channel Classics CCS SA 14998
CLASSIC FM MAGAZINE
This delightful album comprises folksong-inspired gems written during or soon after World War One. Five stars *****
GRAMOPHONE
Scottish songs with a Mediterranean touch bring unexpected delight
Pleasure certainly, but I would say pleasure of a mild kind, attends this recital – until the last group, and then one sits up, smiles happily and goes out to bring whoever is available to listen. These are the Quattro arie scozzesi, namely (in order): “The Piper of Dundee”, “When the kye [cows] come hame”, “Within a mile of Edinburgh Town” and “My heart’s in the Highlands”. And they are as delightful as they are unexpected. Here Respighi is found in the role of precursor to Britten. He preserves the traditional tunes and adds a markedly original piano accompaniment reflecting some quality he has found and wants to bring out in the songs themselves. Each has its flavour, rhythmic or harmonic, sometimes with a touch of genius as, I think, in the third verse of “Within a mile”. The singer, too, does well, bringing spirit and a creditable Scots accent, along with a not inappropriately raw voice which mellows for the Burns song.
The soprano here is Andrea Catzel and these songs are her single contribution, the tenor Leonardo de Lisi singing the D’Annunzio settings. The tessitura of these is mostly baritonal; de Lisi copes well but the beauty of his well schooled voice is more apparent when the higher range comes into play. The first half of the programme falls to Elisabetta Scano, a soprano whose tone, though clear enough, lacks variety and richness. These are subtle songs, flexible in their treatment of the verses and calling for refinement of shading in both singer and pianist. They nevertheless remain essentially Italian in feeling, especially in their melancholy: a warmer voice is wanted to do them justice.
Reinild Mees is the sensitive pianist, the informative writer of introductory notes, and the record producer.
LUISTER Uitvoering 8
Pianiste Reinild Mees is de drijvende kracht achter de Stichting Het 20ste-eeuwse Lied. In die hoedanigheid heeft zij samen met Channel Classics een integrale opname verzorgd van de liederen van Szymanowski. Twee delen Schreker en Respighi kwamen eerder uit en met dit deel 3 zijn ook de complete liederen van Respighi een feit.
Een compliment is op zijn plaats. Gezien de kwaliteit van het vocale oeuvre van deze componist is het verbazingwekkend dat we nu pas over deze verzameling kunnen beschikken en dat het initiatief nota bene in Nederland werd geboren. De zangers komen van over de grenzen en zijn in de bespreking van deel 1 en 2 met enige aarzeling ontvangen (het ging om tenor Leonardo de Lisi en sopraan Andrea Catzel). Op deel 3 is Elisabetta Scano de nieuwkomer, die meteen in de roos schiet met de vier liederen van Armeense dichters. Prachtige muziek die alleen door een Italiaanse zangeres zo ontroerend kan worden vertolkt. En dat blijft zo tot track 11. Daarna is het de beurt aan tenor De Lisi, die het idioom perfect beheerst, maar een enigszins monochroom timbre heeft. De Zuid-Afrikaanse sopraan Andrea Catzel sluit dapper af met vier Schotse volksliedjes (in het Schots). Evenals in de besprekingen van deel 1 en 2 bevestigt deel 3 nog eens onomwonden dat Reinild Mees de heldin van dit project is. Niet alleen als bedenkster maar vooral als musicienne. Recensie van Siebe Riedstra
PIANOWERELD
Pianiste Reinild Mees, die eerder in deze kolommen geroemd is om haar inzet voor het onbekend liedrepertoire is de spil in een integrale opname van de liederen van Ottorino Respighi (1879 – 1936) waarvan zojuist het derde deel is verschenen. De eerdere delen niet gehoord hebbende, moet ik mijn oordeel over Respighi als liedcomponist baseren op deze selectie uit de periode 1917 tot en met 1924. In dit tijdvak is in elk geval geen grote affiniteit met tekstzetting vast te stellen.
Maar er zijn opvallende uitzonderingen. Sopra un’aria antica uit de Quattro liriche dal Poema Paradisiaco di Gabriele d’Annunzio. Hier weet de componist de aria Intorno all’idol mio van Marcantonio Cesti (1623 – 1669) op dramatische wijze door de zang te vlechten, waardoor de aandacht dankbaar wordt afgeleid van de in principe nog altijd weinig spitse melodievorming. Respighi’s meesterschap als bewerker wordt in de Quattro arie scozzesi opnieuw bevestigd.
Reinild Mees koos drie voortreffelijke zangers: Andrea Catzel, Leonardo de Lisi en Elisabetta Scano, waarbij de vrouwenstemmen de meeste indruk maken.
DE GELDERLANDER
Ottorino Respighi (1879-1936) is voornamelijk bekend door zijn orkestwerken. De uitgave van zijn complete liederen door het label Channel Classics stelt ons echter in staat ook een andere, meer intieme kant van deze Italiaanse componist te ontdekken. In dit derde deel stelen de Quattro arie scozzesi de show. Sopraan Andrea Catzel zingt de van een fraaie pianobegeleiding voorziene Schotse volksliedjes met flair en overgave.
Ook de tenor Leonarde de Lisi is lekker op dreef. Un sogno uit Quattro liriche dal Poema Paradisiaco di Gabriele Annunzio klinkt in lange lijnen en meeslepend. Daarmee vergeleken komt de meisjesachtige sopraan van Elisabetta Scano een beetje kleurloos over, zeker in de larmoyante liederen die deze collectie openen. Haar timbre is echter geknipt voor het ontwapenende Voici Noël met zijn pastorale dansmelodie.
HET FINANCIEELE DAGBLAD
Pianiste Reinild Mees registreert het volledige liedoeuvre van Respighi (1879-1936). Bijzonder repertoire van een Italiaanse impressionist, die nooit heeft aangedurfd wat Debussy en Ravel in dezelfde periode presteerden; Respighi bleef een 19de-eeuwer. De stem van Elisabetta Scano (sopraan) vermag helaas maar drie liederen lang te boeien. De tenor Leonardo de Lisi beschikt over een groter palet maar zijn geluid maakt het de luisteraar evenmin makkelijk. De sterren van deze cd zijn de expressieve sopraan Andrea Catzel en Mees zelf. Dit duo doet alleen de laatste cyclus, vier liederen.